• Grote aantallen uit voorraad leverbaar
  • Klantgerichte service
  • Voor 17:00 besteld, vandaag verzonden
  • Grote aantallen uit voorraad leverbaar
  • Klantgerichte service
  • Voor 17:00 besteld, vandaag verzonden
Overzicht

Temperatuur indicator VS temperatuur sensor en infrarood

Geschreven door

Jochem van Ooijen

Wat is de beter keuze, inrarood/sensoren of temperatuur indicators?

Denkt u dat het installeren van elektronische sensoren of met infrarood scannen de beste oplossing is voor temperatuurbewaking?

Nee, absoluut niet. In tegenstelling tot sensoren en /of IR vereisen temperatuurlabels geen stroomvoorziening, speciale vaardigheden of technologie. Door simpelweg een temperatuurlabel aan te brengen, kunt u temperatuurveranderingen snel controleren alleen al door visuele inspectie. Ook als een installatie buiten bedrijf is, heeft u thermische informatie!

Temperatuurlabels geven zeer goede temperatuur informatie, ook tijdens stilstand of bij uitval van een (elektrische) installatie:

  • Onafhankelijk van stroomvoorziening: Temperatuurlabels hebben geen externe stroomvoorziening nodig, waardoor ze blijven werken, zelfs als de elektrische installatie is uitgeschakeld. Dit betekent dat de temperatuurmeting niet wordt beïnvloed door stroomuitval of het uitschakelen van de stroombron.
  • Directe visuele informatie: Temperatuurlabels kunnen snel en gemakkelijk worden afgelezen door middel van visuele inspectie. Er is geen behoefte aan gespecialiseerde vaardigheden, technologie of extra apparatuur. Het temperatuurlabel verandert van kleur of toont andere visuele indicaties om de temperatuurveranderingen aan te geven, waardoor het eenvoudig is om potentiële problemen te identificeren.
  • Continue monitoring: Doordat temperatuurlabels constant aanwezig zijn op de apparatuur, kunnen ze een continue monitoring bieden, zelfs wanneer er geen directe observatie plaatsvindt. Dit maakt het mogelijk om mogelijke temperatuurstijgingen of oververhitting te detecteren, zelfs als er niemand in de buurt is om regelmatig de temperatuur te controleren.

NiGK Corporation is een toonaangevend Japans bedrijf gevestigd in Tokyo, Japan. Het bedrijf is gespecialiseerd in onderzoek en ontwikkeling (R&D) en is een pionier op het gebied van innovatieve technologieën. Ze hebben een sterke focus op het ontwikkelen van baanbrekende oplossingen en producten door middel van wetenschappelijk onderzoek en technologische ontwikkeling. Met hun uitgebreide R&D-capaciteiten blijft NiGK Corporation voorop lopen in de industrie, waarbij ze streven naar het creëren van grensverleggende technologische doorbraken die de wereld veranderen.

Bij welke elektrische componenten is de toepassing van thermolabels zinvol?

Bij welke elektrische componenten is de toepassing van thermolabels zinvol? Een temperatuurstijging in een verdeelkast kan wijzen op potentiële storingen bij verschillende componenten. Enkele componenten waarbij een temperatuurstijging problemen kan een aanwijzing zijn:

  • Schakelapparatuur: Schakelapparatuur zoals stroomonderbrekers en zekeringen kunnen oververhit raken als gevolg van overbelasting, kortsluiting, slechte verbindingen of defecte componenten. Een temperatuurstijging bij deze componenten kan wijzen op een storing die verder onderzoek en mogelijke reparatie vereist.
  • Aansluitklemmen en connectoren: Temperatuurstijging bij aansluitklemmen en connectoren kan duiden op slechte verbindingen, corrosie, overbelasting of losse bedrading. Deze problemen kunnen leiden tot spanningsverlies, verminderde prestaties of zelfs brandgevaar. Het is belangrijk om eventuele temperatuurstijgingen bij deze componenten op te merken en de oorzaak ervan te achterhalen.
  • Transformatoren: Oververhitting van transformatoren kan het gevolg zijn van overbelasting, slechte koeling, defecte isolatie of onjuiste bedrading. Een temperatuurstijging bij transformatoren kan wijzen op een storing in de transformator zelf of problemen in de aangesloten circuits. Het is belangrijk om de temperatuur van transformatoren te controleren om mogelijke storingen of beschadigingen te voorkomen.
  • Ventilatoren en koelingssystemen: Als de temperatuur in een verdeelkast stijgt, kan dit wijzen op een probleem met de ventilatoren of koelingssystemen. Een defecte ventilator, verstopte luchtinlaten of een slechte luchtstroom kunnen leiden tot een ophoping van warmte in de kast. Het is belangrijk om ervoor te zorgen dat de ventilatoren goed functioneren en de koelingselementen schoon en efficiënt zijn.

Het is van vitaal belang om temperatuurstijgingen in een verdeelkast serieus te nemen, omdat ze kunnen duiden op potentiële storingen, overbelasting of andere problemen die de werking en veiligheid van de elektrische installatie kunnen beïnvloeden. Het is raadzaam om periodieke inspecties uit te voeren en eventuele temperatuurstijgingen te onderzoeken en op te lossen om storingen en schade te voorkomen. De temperatuurlabels van NiGK laten direct de hoogst bereikte temperauur zien. Ook als de installatie spanningsloos is !!!

Enkele componenten waarbij een temperatuurstijging problemen kan aanduiden

Enkele componenten waarbij een temperatuurstijging problemen kan aanduiden, zijn:

  • Transformator: Een temperatuurstijging bij de transformator kan wijzen op overbelasting, slechte koeling, defecte isolatie of een storing in de transformator zelf. Het kan wijzen op problemen zoals veroudering, kortsluiting of onjuiste bedrading. Het is van cruciaal belang om de temperatuur van de transformator in de gaten te houden, omdat oververhitting kan leiden tot ernstige schade of storingen in het transformatorstation.
  • Schakelapparatuur: Temperatuurstijgingen bij schakelapparatuur, zoals stroomonderbrekers en schakelaars, kunnen duiden op overbelasting, slechte contacten, defecte componenten of kortsluitingen. Deze problemen kunnen storingen veroorzaken en de veilige werking van het transformatorstation in gevaar brengen.
  • Koelsystemen: Temperatuurstijgingen bij koelsystemen, zoals ventilatoren en warmtewisselaars, kunnen wijzen op storingen in de koeling. Een defecte ventilator, verstopte luchtinlaten of een gebrek aan koelvloeistof kunnen de temperatuur in het transformatorstation verhogen. Een slechte koeling kan de prestaties van de transformator negatief beïnvloeden en zelfs tot ernstige schade leiden.
  • Bedrading en verbindingen: Temperatuurstijgingen bij bedrading en verbindingen kunnen duiden op overbelasting, slechte verbindingen, corrosie of losse bedrading. Deze problemen kunnen de weerstand verhogen, warmte genereren en uiteindelijk storingen veroorzaken.

Het is essentieel om de temperatuur van deze componenten zorgvuldig te monitoren en eventuele ongewone temperatuurstijgingen als waarschuwingssignalen te beschouwen. Een tijdige identificatie van temperatuurproblemen kan helpen om storingen te voorkomen, de betrouwbaarheid te waarborgen en de veilige werking van het transformatorstation te handhaven. Regelmatige inspecties, thermografische metingen en onderhoudsprocedures zijn belangrijk om temperatuurgerelateerde problemen te identificeren en aan te pakken.

Het plaatsen van temperatuurverklikkers op de volgende installatie onderdelen geven zinvolle thermische informatie tijdens inspecties en tijdens preventief en correctief onderhoud:

  • Transformator
    • Schakelapparatuur:
    •  Stroomonderbrekers
    • Schakelaars
    • Scheiders
    • Aardlekschakelaars
    • Beveiligingsrelais
  • Koelsystemen:
    • Ventilatoren
    • Warmtewisselaars
    • Koelvinnen
    • Koelvloeistofcircuits
  • Bedrading en verbindingen:
    • Hoofdverbindingskabels
    • Aardingsverbindingen
    • Vermogens- en besturingskabels
    • Verbindingsklemmen
  • Meetinstrumenten:
    • Nabij temperatuursensoren
    • Stroom- en spanningsmeters
    • Druk- en niveaumeters
  • Hulpspanningssystemen
    • Batterijen
    • Acculaders
    • Omvormers
  • Beschermings- en regelapparatuur:
    • Differentieelbeveiliging
    • Overspanningbeveiliging
    • Spanningsregelaars
    • magneetschakelaars
  • Isolatiematerialen:
    • Isolatoren
    • Isolatiematrassen
    • Isolatieolie

Een temperatuurstijging op zichzelf is geen definitieve indicatie is van een storing. Het kan echter wijzen op potentiële problemen zoals overbelasting, slechte koeling, defecte componenten, kortsluitingen, slechte verbindingen of andere storingen.

Ook als de installatie tijdelijk spanningsloos of zelfs buiten bedrijf is hebben uw monteurs nog steeds de essentiele thermische informatie op potentiele storingen te voorkomen.

Wat zijn kritische temperaturen in een besturingskast?

Bij een temperatuurstijging van specifieke installatieonderdelen een indicatie kan zijn van potentiële storingen. Ook wordt de kritische temperatuur vermeld, waarbij een temperatuurstijging als problematisch kan worden beschouwd:

  • Voedings – Kritische temperatuur: Varies afhankelijk van het type en fabrikant, typisch rond de 70-85°C.
  • Elektronische modules (bijv. PLC’s) – Kritische temperatuur: Varies afhankelijk van het type en fabrikant, typisch rond de 70-85°C.
  • Motorbesturingsapparatuur – Kritische temperatuur: Varies afhankelijk van het type en fabrikant, typisch rond de 60-75°C.
  • Relais en schakelaars – Kritische temperatuur: Varies afhankelijk van het type en fabrikant, typisch rond de 60-80°C.
  • Bedrading en verbindingen – Kritische temperatuur: Varies afhankelijk van de gebruikte isolatiematerialen en bedrijfsomstandigheden, typisch rond de 90-120°C.
  • Ventilatoren en koelingssystemen – Kritische temperatuur: Varies afhankelijk van het type en fabrikant, typisch rond de 70-85°C.
  • Hoofdschakelaar – Kritische temperatuur: Varies afhankelijk van het type en fabrikant, typisch rond de 60-80°C.
  • Aardlekschakelaar – Kritische temperatuur: Varies afhankelijk van het type en fabrikant, typisch rond de 60-80°C.
  • Installatieautomaten (groepen) – Kritische temperatuur: Varies afhankelijk van het type en fabrikant, typisch rond de 70-90°C.
  • Busbars (verdelers) – Kritische temperatuur: Varies afhankelijk van het type en fabrikant, typisch rond de 90-120°C.
  • Verbindingsklemmen – Kritische temperatuur: Varies afhankelijk van het type en fabrikant, typisch rond de 70-90°C.
  • Bedrading – Kritische temperatuur: Varies afhankelijk van de gebruikte isolatiematerialen en bedrijfsomstandigheden, typisch rond de 70-90°C.
  • Zekeringen – Kritische temperatuur: Varies afhankelijk van het type en fabrikant, typisch rond de 70-90°C.
  • Stroomtransformator – Kritische temperatuur: Varies afhankelijk van het type en fabrikant, typisch rond de 70-90°C.
  • Schakelaars algemeen – Kritische temperatuur: Varies afhankelijk van het type en fabrikant, typisch rond de 70-90°C.

Voorbeelden van toepassingen uit de praktijk  waar thermolabels worden toegepast

Hieronder enkle voorbeelden waar thermolabels zijn toegepast:

  • Afsluiters en regelkleppen: Kritische temperatuur varieert afhankelijk van het type klep en de toepassing, maar typisch tussen 70°C en 120°C.
    Een verhoogde temperatuur kan wijzen op lekkages, verstoppingen, slechte smering of een defecte regeling.
  • Brandbestrijdingsapparatuur: Kritische temperatuur varieert afhankelijk van het type en de specificaties, maar typisch tussen 60°C en 90°C.
    Een verhoogde temperatuur kan wijzen op storingen in blussystemen, verstopte sproeiers of defecte detectoren.
  • Branders en verbrandingssystemen: Kritische temperatuur varieert afhankelijk van het type brandstof en het proces, maar typisch tussen 700°C en 1000°C.
    Een temperatuurstijging kan duiden op onvolledige verbranding, verstoppingen, slijtage van branders of een defecte regeling. Voor deze toepassing hebben wij geen thermolabels.
  • Condensors: Kritische temperatuur varieert afhankelijk van het type en ontwerp, maar typisch tussen 40°C en 80°C.
    Een temperatuurstijging kan duiden op verstoppingen, slechte koeling, verminderde condensatie-efficiëntie of een defect in de regeling.
  • Destillatiekolommen: Kritische temperatuur varieert afhankelijk van het type destillatie en de processpecificaties, maar typisch tussen 100°C en 200°C.
    Een temperatuurstijging kan duiden op verstoppingen, verminderde scheidingsefficiëntie, slechte reflux of een defect in de regeling.
  • Drogen en dehydratatie-apparatuur: Kritische temperatuur varieert afhankelijk van het type voedsel en het droogproces, maar typisch tussen 50°C en 80°C.
    Een verhoogde temperatuur kan wijzen op verminderde droogefficiëntie, verstoppingen, defecte ventilatie of een defecte regeling.
  • Elektrische aansluitingen en connectors: Kritische temperatuur varieert afhankelijk van het type connector en het materiaal, maar typisch tussen 70°C en 100°C.
    Een temperatuurstijging kan wijzen op slechte verbindingen, oververhitting, corrosie of beschadigde contacten.
  • Elektrische kabels en bedrading: Kritische temperatuur varieert afhankelijk van het type kabel en de belasting, maar typisch tussen 70°C en 90°C.
    Een verhoogde temperatuur kan duiden op overbelasting, slechte verbindingen, isolatiedegradatie of externe warmtebronnen.
  • Elektrische motoren en generatoren: Kritische temperatuur varieert afhankelijk van het type motor of generator en de belasting, maar typisch tussen 80°C en 120°C. Een temperatuurstijging kan wijzen op overbelasting, slechte ventilatie, isolatiedefecten of mechanische problemen.
  • Elektrische schakelkasten en verdeelborden: Kritische temperatuur varieert afhankelijk van de specificaties en de belasting, maar typisch tussen 40°C en 60°C. Een temperatuurstijging kan wijzen op overbelasting, slechte ventilatie, defecte componenten of isolatiedegradatie.
  • Elektrische systemen en bekabeling: Kritische temperatuur varieert afhankelijk van het type apparatuur en de belasting, maar typisch tussen 70°C en 90°C. Een verhoogde temperatuur kan wijzen op overbelasting, isolatiedefecten, slechte verbindingen of storingen in elektrische componenten.
  • Elektronische componenten: Kritische temperatuur varieert afhankelijk van het type component en de specificaties, maar typisch tussen 70°C en 120°C. Een temperatuurstijging kan duiden op oververhitting, verminderde prestaties, elektrische degradatie of een defect in de regeling.
  • Generatoren: Kritische temperatuur varieert afhankelijk van het type generator en de belasting, maar typisch tussen 80°C en 120°C. Een verhoogde temperatuur kan wijzen op overbelasting, slechte koeling, isolatiedefecten of een defecte regeling.
  • Instrumentatie en sensoren: Kritische temperatuur varieert afhankelijk van het type instrument en de specificaties, maar typisch tussen 70°C en 90°C. Een temperatuurstijging kan duiden op verminderde nauwkeurigheid, storingen in sensoren of defecte elektronica.
  • Kleppen: Kritische temperatuur varieert afhankelijk van het type klep en de processpecificaties, maar typisch tussen 70°C en 120°C. Een temperatuurstijging kan duiden op lekkages, verstoppingen, slechte smering of een defecte regeling.
  • Leidingen en pijpleidingen: Kritische temperatuur varieert afhankelijk van het type vloeistof of gas dat wordt getransporteerd, maar typisch tussen 60°C en 100°C. Een temperatuurstijging kan wijzen op corrosie, verstoppingen, drukverliezen of lekkages.
  • Meng- en roerapparatuur: Kritische temperatuur varieert afhankelijk van het type voedsel en het mengproces, maar typisch tussen 40°C en 70°C. Een temperatuurstijging kan wijzen op wrijving, overbelasting, motorproblemen of een defecte regeling.
  • Opslagtanks en drukvaten: Kritische temperatuur varieert afhankelijk van het type materiaal en de procesomstandigheden, maar typisch tussen 60°C en 90°C. Een verhoogde temperatuur kan wijzen op drukopbouw, oververhitting, corrosie of lekkages.
  • Ovens en bakapparatuur: Kritische temperatuur varieert afhankelijk van het type voedsel en de vereiste baktemperatuur, maar typisch tussen 150°C en 200°C. Een verhoogde temperatuur kan wijzen op problemen met de warmteverdeling, verbranding, defecte thermostaten of isolatiedefecten.
  • Pasteurisatiemachines: Kritische temperatuur varieert afhankelijk van het type voedsel en de procesvereisten, maar typisch tussen 60°C en 80°C. Een temperatuurstijging kan duiden op een verminderde warmteoverdracht, verstoppingen, slechte regeling of falende verwarmingselementen.
  • Pompen: Kritische temperatuur varieert afhankelijk van het type pomp en de vloeistof, maar typisch tussen 60°C en 90°C.
    Een temperatuurstijging kan duiden op slijtage van de pomp, verstoppingen, slechte smering of een defecte regeling.
  • Reactoren: Kritische temperatuur varieert afhankelijk van het type reactie en de vereiste temperatuur, maar typisch tussen 100°C en 200°C.
    Een verhoogde temperatuur kan wijzen op oververhitting, onvolledige reactie, verstoppingen of falende koeling.
  • Schakelaars en relais: Kritische temperatuur varieert afhankelijk van het type schakelaar of relais en de belasting, maar typisch tussen 70°C en 90°C.
    Een verhoogde temperatuur kan wijzen op overbelasting, slechte contacten, hoge weerstand of een defecte spoel.
  • Schakelaars en stroomonderbrekers: Kritische temperatuur varieert afhankelijk van het type en de belasting, maar typisch tussen 70°C en 90°C.
    Een verhoogde temperatuur kan duiden op overbelasting, slechte contacten, hoge weerstand of isolatiedefecten.
  • Sterilisatieapparatuur: Kritische temperatuur varieert afhankelijk van het type sterilisatie en de vereiste sterilisatietemperatuur, maar typisch tussen 120°C en 150°C.
    Een temperatuurstijging kan wijzen op verminderde warmteoverdracht, verstoppingen, slechte regeling of defecte verwarmingselementen.
  • Transformators: Kritische temperatuur varieert afhankelijk van het type transformator en de belasting, maar typisch tussen 80°C en 110°C.
    Een verhoogde temperatuur kan wijzen op overbelasting, isolatiedefecten, slechte koeling of een defecte regeling.
  • Transportbanden: Kritische temperatuur varieert afhankelijk van het type transportband en het transportproces, maar typisch tussen 60°C en 80°C.
    Een temperatuurstijging kan duiden op wrijving, slijtage van de riem, verstoppingen of een defect in de aandrijving.
  • Vul- en verpakkingsmachines: Kritische temperatuur varieert afhankelijk van het type verpakking en de vereiste verzegelingstemperatuur, maar typisch tussen 100°C en 150°C.
    Een verhoogde temperatuur kan wijzen op verstoppingen, slechte warmtesealing, oververhitting of een defecte regeling.
  • Warmte-uitbreidingssystemen: Kritische temperatuur varieert afhankelijk van het ontwerp en de specificaties, maar typisch tussen 70°C en 120°C.
    Een verhoogde temperatuur kan wijzen op verminderde warmteoverdracht, verstoppingen, falende veiligheidskleppen of een defect in de regeling.
  • Warmtewisselaars: Kritische temperatuur varieert afhankelijk van het type en ontwerp, maar typisch tussen 70°C en 120°C.
    Een temperatuurstijging kan wijzen op vervuiling, verstoppingen, verminderde warmteoverdracht of een defect in de regeling.